En de duif [17]kwam tot hem tegen den avondtijd; en ziet, [18]een afgebroken olijfblad was in haar [19]bek; zo merkte Noach, dat de wateren van boven de aarde gelicht waren.
17. Omdat zij geen voedsel voor zich vond, en zocht in haar gewoon nest te wezen.
18. Waarmede God Noach vertroost heeft, hem verzekerende dat zijn verlossing uit de ark nabij was.
19. Hebr. monder
Orlinsky's notes: Genesis 7-8